25 oktober 2018

BELOOFT GOD MIJ WELVAART EN GEZONDHEID?


Serieus, ik verbaas me erover dat sommige mensen suggereren dat Christus gezondheid, rijkdom en allerlei aardse gemakken in het hier en nu belooft.

Dat is niet bijbels.

Gods Woord vertelt ons duidelijk dat we op doorreis zijn.

Volledige heelheid is een toekomstige belofte (Hebreeën 2:5-9, 1 Korinthiërs 15:20-28). 

Want Hij heeft de komende wereld, waarover wij spreken, niet onderworpen aan de engelen, maar iemand heeft ergens getuigd: Wat is de mens, dat U aan hem denkt, of de mensenzoon, dat U naar hem omziet? U hebt hem voor korte tijd minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond. U hebt hem gesteld over de werken van Uw handen; alle dingen hebt U onder zijn voeten onderworpen.Want bij het onderwerpen van alle dingen aan Hem heeft Hij niets uitgezonderd wat Hem niet onderworpen is. Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn. (Hebreeën 2:5-9)

Belooft Hij rijkdom en aardse voorspoed aan gelovigen die Hem volgen? Als je denkt dat God gezondheid en geluk geeft aan iedere gelovige, 
  1. dan zou Timotheüs geen maagproblemen hebben gehad (1 Timotheüs 5:23)
  2. dan zou Paulus nooit honger of nood hebben geleden (Filippenzen 4:12-13)
  3. dan zou het vandaag de norm zijn, zeker onder toegewijde christenen. 

Dat is niet het geval.

  • Ja God kan en zal mensen helen en bevrijden, en hun verhalen inspireren ons!
  • Maar we hebben ook het getuigenis nodig van diegenen die een sterk geloof handhaven terwijl ze worstelen met een slechte gezondheid, vervolgingen en moeilijkheden. Lees 2 Korinthe 12:7-10

Als God ons redde van elke aardse moeilijkheid, zouden we nooit de diepte van Zijn troost weten. En we zouden niet in staat zijn om anderen op de juiste manier te kunnen troosten (2 Korinthiërs 1:3-7):
Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden.Want zoals het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo is door Christus ook onze vertroosting overvloedig. Of wij nu verdrukt worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid, die tot stand gebracht wordt in de volharding in hetzelfde lijden dat ook wij lijden; of dat wij getroost worden, het is eveneens tot uw vertroosting en zaligheid. En onze hoop voor u is vast, in de wetenschap dat u, zoals u deelhebt aan het lijden, zo ook deelhebt aan de vertroosting.


God aanwezigheid brengt troost in lijden en ontberingen. Zoals Jezus zei: En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. 

LEES OOK: 4 waarheden over lijden als christen en Ons echte Thuis.

Gail Burton Purath

17 oktober 2018

ALS HET LICHT UITGAAT


Na een lange dag van internationaal reizen, stapte ik volledig uitgeput in bed. Enkele uren later werd ik gedesoriënteerd wakker. Wat was er aan de hand? Het lukte me zelfs niet om onze verlichte wekker te zien! Er was iets mis. Ik draaide de nabijgelegen lichtschakelaar om. Er gebeurde helemaal niets.

Er staan geen straatlantaarns in de buurt van ons huis, dus het was uitzonderlijk donker toen ik naar onze woonkamer strompelde.

En toen zag ik een sprankeltje licht en hoorde ik de vertrouwde stem van mijn man, die al uit bed was om de boel te controleren... met de zaklamp in zijn hand. Het was is een goede illustratie van Romeinen 8:28:

En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.

Er was iets fout gegaan. Ik had er geen controle over en het beïnvloedde me op een negatieve manier. Maar ondertussen was mijn man er al druk mee bezig. Hij maakte de dingen in orde. (En dat terwijl ik nog sliep).

Onze wijze, alwetende God is altijd achter de schermen van ons leven bezig en werkt voor ons bestwil. Wanneer het leven donker lijkt, kunnen we rusten in de schittering van Zijn belofte; dat alle dingen mee zullen werken meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.


09 oktober 2018

5 TIPS OM REUZEN TE VERSLAAN


Het verhaal van David en Goliath (1 Samuël 17) biedt een paar mooie principes voor het doden van onze “reuzen.” Reuzen zijn dingen in ons leven die ons willen vernietigen, zoals zonde, schadelijke gedachtes, ontmoediging en aanvallen van Satan.

We worden dagelijks geconfronteerd met een geestelijke strijd en deze principes uit het verhaal van David en Goliath kunnen ons, als kinderen van God, heel goed helpen:

1. Verwacht negatieve feedback als je probeert een reus te verslaan (17:28-31). Negeer het zeker!
Toen Eliab, zijn oudste broer, hem tot die mannen hoorde spreken, ontstak Eliab in woede tegen David en zei: Waarom ben je eigenlijk gekomen en onder wiens hoede heb je die paar schapen in de woestijn gelaten? Ik ken je overmoed en de slechtheid van je hart wel, want je bent gekomen om het vechten te zien. Toen zei David: Wat heb ik dan gedaan? Is er geen reden voor? Hij wendde zich van hem af naar een ander en sprak dezelfde woorden; en het volk gaf hem weer antwoord zoals de eerste keer. Toen de woorden die David gesproken had, gehoord werden en in de tegenwoordigheid van Saul werden verteld, liet deze hem halen.
2. Wees trouw aan God in de kleinere dagelijkse beproevingen, dan zul je vertrouwen hebben om met Hem de grotere reuzen te verslaan (17:34-37).
Toen zei David tegen Saul: Uw dienaar weidde de schapen van zijn vader, en kwam er een leeuw of een beer die een schaap van de kudde wegnam, dan ging ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het uit zijn bek. En als hij mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn baard, sloeg hem neer en doodde hem. Uw dienaar heeft zowel leeuw als beer verslagen. Zó zal deze onbesneden Filistijn zijn als een van hen, omdat hij de gelederen van de levende God gehoond heeft. Verder zei David: De HEERE, Die mij uit de klauwen van de leeuw gered heeft en uit de klauwen van de beer, Die zal mij redden uit de hand van deze Filistijn. Toen zei Saul tegen David: Ga heen, de HEERE zij met je!
3. Gebruik je gaven, hoe onbeduidend ze ook lijken, maar wees er zeker van dat je ze combineert met geloofsvertrouwen op de God van Israël (17:38-40).
Vervolgens kleedde Saul David met zijn eigen kleren, zette een bronzen helm op zijn hoofd en deed hem een harnas aan. David gordde zijn zwaard aan over zijn kleren en wilde gaan, maar hij was ongeoefend. Toen zei David tegen Saul: Ik kan hierin niet lopen, want ik ben ongeoefend; en David deed ze weer uit. Hij nam zijn staf in zijn hand, koos voor zich vijf gladde stenen uit de beek en legde ze in de herderstas die hij had, te weten in de zak, en zijn slinger was in zijn hand. Zo naderde hij tot de Filistijn.
4. Reageer op de leugens van de vijand met de waarheid van God. Benader hem in de naam van de almachtige Gods en vertrouw niet op je eigen sterkte  of vindingrijkheid (17:41-47). 
De Filistijn kwam gaandeweg dichter bij David, en de man die zijn schild droeg, liep voor hem uit. Toen de Filistijn opkeek en David zag, verachtte hij hem; want hij was nog maar een jongen, rossig en knap van uiterlijk. De Filistijn zei tegen David: Ben ik een hond, dat je met stokken naar mij toe komt? En de Filistijn vervloekte David bij zijn goden. Daarna zei de Filistijn tegen David: Kom naar me toe, dan zal ik je vlees aan de vogels in de lucht geven en aan de dieren op het veld. Maar David zei tegen de Filistijn: U komt naar mij toe met een zwaard, met een speer en met een werpspies, maar ik kom naar u toe in de Naam van de HEERE van de legermachten, de God van de gelederen van Israël, Die u gehoond hebt. Op deze dag zal de HEERE u in mijn hand overleveren. Ik zal u verslaan en uw hoofd van u wegnemen. Ik zal deze dag de dode lichamen van het leger van de Filistijnen aan de vogels in de lucht geven en aan de dieren van de aarde, en heel de aarde zal weten dat Israël een God heeft. En deze hele gemeente zal weten dat de HEERE niet door zwaard of door speer verlost, want de strijd is van de HEERE. Hij zal u in onze hand geven
5. Wees proactief in je geloof. wacht niet tot het laatste ogenblik maar tref voorbereidingen en handel dan vanuit de verwachting dat God bij je is en je zal helpen (17:48-49).
En het gebeurde, toen de Filistijn opstond en naar voren kwam, David tegemoet, dat David snel naar de gevechtslinie liep, de Filistijn tegemoet. Vervolgens stak David zijn hand in de tas, nam daar een steen uit, slingerde die weg, en raakte de Filistijn daarmee tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong en hij met zijn gezicht ter aarde viel.

Afsluiten met het bidden van een Psalm. Ga dan HIER heen.

Gail Burton Purath