“Oma, soms gaat mijn hand zomaar daarheen en speelt met die typemachine.”
Hij was pas vier, maar keek me met een ernstig gezicht aan, alsof hij er zelf ook niets aan kon doen. Zijn woorden bleven hangen — niet alleen omdat het aandoenlijk was, maar omdat het me iets liet zien over ons allemaal.
In mijn werkkamer staat een antieke typemachine, waar ik als schrijver erg aan gehecht ben. Toen mijn kleinkinderen klein waren, had ik hun duidelijk gezegd er niet mee te spelen. Ik wist hoe enthousiast en onbezonnen kinderen kunnen zijn, en ik was bang dat hij kapot zou gaan.
Maar die ene dag stond mijn kleinzoon ernaast en zei dat zijn hand soms vanzelf naar de typemachine ging. Het was niet zijn hart dat verkeerd was — nee, het lag zogenaamd aan zijn hand.
Wij mensen zijn daar goed in: de schuld verschuiven, vergoelijken, ontwijken, herdefiniëren. We zien het in onze cultuur, wanneer mensen het duidelijke ontwerp van de schepping ontkennen en trots zijn op schadelijk gedrag. En als we eerlijk zijn… soms zien we het ook in onszelf.
De Bijbel zegt het scherp: “Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons… Als wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar” (1 Joh. 1:8,10).
“Als wij onze zonden belijden, werpt God ze in de diepste oceaan, voor altijd verdwenen.”
---
Gail Burton Purath
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heel fijn dat je wilt reageren.