30 juli 2018

ONS ECHTE THUIS

De hemel is ons echte THUIS - Hebreeën 11: 13-16

Zelfs na een leuke vakantie of een leuk familiebezoek is het goed om thuis te komen. Idealiter is thuis de plaats waar we onszelf kunnen zijn en ons geliefd en geaccepteerd voelen. Misschien is je huis geen goede plek, maar je verlang er wel naar.


Hier op aarde hebben we te maken met misverstanden, conflicten, ziekte, afwijzing, verdriet en pijn. Ja, we kunnen al onze pijn naar de Heer brengen en troost ontvangen, maar het leven hier zal nooit zonder problemen zijn.

Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. (Johannes 16:33).

HOE KUNNEN WE HET VOLHOUDEN?

Door toe te geven dat we vreemdelingen hier op aarde zijn en... door ons op God en de eeuwigheid te richten. We houden het hier vol door troost zoeken en vinden in Gods liefde. Als we dit gelovig mogen doen doen "tonen we dat we op zoek zijn naar een ander vaderland."

God schaamt Zich niet om onze God te worden genoemd, want Hij heeft een stad voor ons voorbereid. (Hebreeën 11) Wat een wonder!

👉 Op een dag zullen wij die Jezus liefhebben eindelijk thuis zijn, verenigd met onze eeuwige familie die ons liefheeft, veilig en gelukkig bij de Heere. Dat is het wachten waard!

==================

BIJBELSTUDIE

Bestudeer deze week de volgende 4 Bijbelgedeelten over ons echte Thuis.

Hebreeën 11: 13-16: Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren.Want wie zulke dingen zeggen, laten duidelijk blijken dat zij een vaderland zoeken. En als zij aan het vaderland gedacht hadden vanwaaruit zij weggegaan waren, zouden zij gelegenheid gehad hebben om terug te keren. Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.

Romeinen 8:18-25: Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God. Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam. Want in de hoop zijn wij zalig geworden. Hoop nu die gezien wordt, is geen hoop. Immers, wat iemand ziet, waarom zou hij dat nog hopen? Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding.

Openbaring 21:1-4: En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.



Gail Burton Purath

3 opmerkingen:

Heel fijn dat je wilt reageren.