14 augustus 2018

GODS VREEMDE OPLOSSING

Ik moest soms zo vechten tegen bitterheid. Jij ook? 

Het begint met onverzoenlijkheid en kan leiden tot obsessieve, negatieve en wraakzuchtige gedachten.




Bitterheid bevalt Satan. Het is een van zijn 'plannen' om ons leven door te ruïneren ( 2 Korinthiërs 2:10-11 ).

Degene wie u nu iets vergeeft, die vergeef ik ook; want ook ik heb, als ik al iets te vergeven heb, het hem vergeven omwille van u, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan op ons geen voordeel zou behalen. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend

Satan houdt ervan om te zien hoe bitterheid ​​onze ziel verstikt, hij geniet van leedvermaak èn gebroken relaties (Hebreeën 12:15).

Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.

Bitterheid is duister, misleidend en schadelijk (1 Johannes 2: 9-11). 

Wie zegt dat hij in het licht is en zijn broeder haat, die is tot nog toe in de duisternis. Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en er is in hem niets dat anderen doet struikelen. Maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en weet niet waar hij heen gaat, omdat de duisternis zijn ogen verblind heeft.

Het antwoord?

Gods antwoorden lijken zo vreemd voor onze gevallen menselijke natuur, maar het zijn prachtige, leven gevende oplossingen. God gebiedt ons om te bidden voor degenen die ons pijn hebben gedaan (Mattheüs 5: 44-45).

Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen

We bidden niet voor hen omdat ze onze gebeden verdienen. We bidden voor hen omdat we Gods kinderen zijn en omdat we weten dat Hij leven en goede dingen geeft, zelfs aan de goddelozen. 


Uiteindelijk zullen de "mensen zonder God" zelf verantwoordelijk worden gehouden voor hun zonden, maar onze gebeden zullen onze bitterheid stukje bij beetje wegnemen. 

Wat een wonder!

Gail Burton Purath

07 augustus 2018

5 BIJBELGEDEELTEN IN TIJD VAN ONRECHT

We worden allemaal geconfronteerd met onrecht op een bepaald moment in ons leven. Hoe kunnen we voorkomen dat woede, angst, wrok of verdriet de overhand krijgen en ons overwinnen?


Om je te helpen deel ik hieronder 5 Bijbelgedeelten. 

1. Filippenzen 2: 5-11: Onthoud dat Jezus ons perfecte Voorbeeld is. Niets wat we ervaren kunnen we vergelijken met het onrecht dat Jezus ervoer. Let op Hem en volg Hem. 

Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.

2. Hebreeën 2:14-18: Onthoud dat Jezus onze pijn volledig begrijpt. Hij heeft in onze schoenen gestaan en weet hoe we ons voelen. Hij is bekwaam om ons te begrijpen tot in het diepst van onze gevoelens. Hij kent onze gedachten voordat we die uitspreken. Hij wil ons troosten

Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen, en allen te verlossen die door angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren. Want werkelijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het nageslacht van Abraham aan. Daarom moest Hij in alles aan Zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om de zonden van het volk te verzoenen.Want waarin Hij Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te hulp komen.

3. Romeinen 12:18-21: laat je niet door onrechtvaardigheid tot een slaaf maken. Probeer in plaats daarvan het onrecht te overwinnen door goedheid en liefde te tonen aan anderen, zelfs aan je vijanden. Dit is misschien wel het moeilijkste principe in deze lijst, maar het is echt een sleutel tot vrijheid.

Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen. Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.

4. Kolossenzen 3:13-16: Besteed extra tijd in de nabijheid van Christus, lees Zijn Woord, en neem deel aan een christelijke gemeenschap. Zijn Woord zal zegevieren over het onrecht dat jouw aangedaan is. Hij zal heel dichtbij je komen en je helpen.

Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen. En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is. En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar. Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem

5. Romeinen 8:27-28: Vraag God of Hij dit onrecht wil ten goede wil gebruiken voor jouw welzijn en het welzijn van anderen.

En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit. En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.




Reuzen op je pad? Hoe nu verder? Lees HIER verder.

Gail Burton Purath

30 juli 2018

ONS ECHTE THUIS

De hemel is ons echte THUIS - Hebreeën 11: 13-16

Zelfs na een leuke vakantie of een leuk familiebezoek is het goed om thuis te komen. Idealiter is thuis de plaats waar we onszelf kunnen zijn en ons geliefd en geaccepteerd voelen. Misschien is je huis geen goede plek, maar je verlang er wel naar.


Hier op aarde hebben we te maken met misverstanden, conflicten, ziekte, afwijzing, verdriet en pijn. Ja, we kunnen al onze pijn naar de Heer brengen en troost ontvangen, maar het leven hier zal nooit zonder problemen zijn.

Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. (Johannes 16:33).

HOE KUNNEN WE HET VOLHOUDEN?

Door toe te geven dat we vreemdelingen hier op aarde zijn en... door ons op God en de eeuwigheid te richten. We houden het hier vol door troost zoeken en vinden in Gods liefde. Als we dit gelovig mogen doen doen "tonen we dat we op zoek zijn naar een ander vaderland."

God schaamt Zich niet om onze God te worden genoemd, want Hij heeft een stad voor ons voorbereid. (Hebreeën 11) Wat een wonder!

👉 Op een dag zullen wij die Jezus liefhebben eindelijk thuis zijn, verenigd met onze eeuwige familie die ons liefheeft, veilig en gelukkig bij de Heere. Dat is het wachten waard!

==================

BIJBELSTUDIE

Bestudeer deze week de volgende 4 Bijbelgedeelten over ons echte Thuis.

Hebreeën 11: 13-16: Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren.Want wie zulke dingen zeggen, laten duidelijk blijken dat zij een vaderland zoeken. En als zij aan het vaderland gedacht hadden vanwaaruit zij weggegaan waren, zouden zij gelegenheid gehad hebben om terug te keren. Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.

Romeinen 8:18-25: Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God. Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam. Want in de hoop zijn wij zalig geworden. Hoop nu die gezien wordt, is geen hoop. Immers, wat iemand ziet, waarom zou hij dat nog hopen? Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding.

Openbaring 21:1-4: En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.



Gail Burton Purath