09 oktober 2018

5 TIPS OM REUZEN TE VERSLAAN


Het verhaal van David en Goliath (1 Samuël 17) biedt een paar mooie principes voor het doden van onze “reuzen.” Reuzen zijn dingen in ons leven die ons willen vernietigen, zoals zonde, schadelijke gedachtes, ontmoediging en aanvallen van Satan.

We worden dagelijks geconfronteerd met een geestelijke strijd en deze principes uit het verhaal van David en Goliath kunnen ons, als kinderen van God, heel goed helpen:

1. Verwacht negatieve feedback als je probeert een reus te verslaan (17:28-31). Negeer het zeker!
Toen Eliab, zijn oudste broer, hem tot die mannen hoorde spreken, ontstak Eliab in woede tegen David en zei: Waarom ben je eigenlijk gekomen en onder wiens hoede heb je die paar schapen in de woestijn gelaten? Ik ken je overmoed en de slechtheid van je hart wel, want je bent gekomen om het vechten te zien. Toen zei David: Wat heb ik dan gedaan? Is er geen reden voor? Hij wendde zich van hem af naar een ander en sprak dezelfde woorden; en het volk gaf hem weer antwoord zoals de eerste keer. Toen de woorden die David gesproken had, gehoord werden en in de tegenwoordigheid van Saul werden verteld, liet deze hem halen.
2. Wees trouw aan God in de kleinere dagelijkse beproevingen, dan zul je vertrouwen hebben om met Hem de grotere reuzen te verslaan (17:34-37).
Toen zei David tegen Saul: Uw dienaar weidde de schapen van zijn vader, en kwam er een leeuw of een beer die een schaap van de kudde wegnam, dan ging ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het uit zijn bek. En als hij mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn baard, sloeg hem neer en doodde hem. Uw dienaar heeft zowel leeuw als beer verslagen. Zó zal deze onbesneden Filistijn zijn als een van hen, omdat hij de gelederen van de levende God gehoond heeft. Verder zei David: De HEERE, Die mij uit de klauwen van de leeuw gered heeft en uit de klauwen van de beer, Die zal mij redden uit de hand van deze Filistijn. Toen zei Saul tegen David: Ga heen, de HEERE zij met je!
3. Gebruik je gaven, hoe onbeduidend ze ook lijken, maar wees er zeker van dat je ze combineert met geloofsvertrouwen op de God van Israël (17:38-40).
Vervolgens kleedde Saul David met zijn eigen kleren, zette een bronzen helm op zijn hoofd en deed hem een harnas aan. David gordde zijn zwaard aan over zijn kleren en wilde gaan, maar hij was ongeoefend. Toen zei David tegen Saul: Ik kan hierin niet lopen, want ik ben ongeoefend; en David deed ze weer uit. Hij nam zijn staf in zijn hand, koos voor zich vijf gladde stenen uit de beek en legde ze in de herderstas die hij had, te weten in de zak, en zijn slinger was in zijn hand. Zo naderde hij tot de Filistijn.
4. Reageer op de leugens van de vijand met de waarheid van God. Benader hem in de naam van de almachtige Gods en vertrouw niet op je eigen sterkte  of vindingrijkheid (17:41-47). 
De Filistijn kwam gaandeweg dichter bij David, en de man die zijn schild droeg, liep voor hem uit. Toen de Filistijn opkeek en David zag, verachtte hij hem; want hij was nog maar een jongen, rossig en knap van uiterlijk. De Filistijn zei tegen David: Ben ik een hond, dat je met stokken naar mij toe komt? En de Filistijn vervloekte David bij zijn goden. Daarna zei de Filistijn tegen David: Kom naar me toe, dan zal ik je vlees aan de vogels in de lucht geven en aan de dieren op het veld. Maar David zei tegen de Filistijn: U komt naar mij toe met een zwaard, met een speer en met een werpspies, maar ik kom naar u toe in de Naam van de HEERE van de legermachten, de God van de gelederen van Israël, Die u gehoond hebt. Op deze dag zal de HEERE u in mijn hand overleveren. Ik zal u verslaan en uw hoofd van u wegnemen. Ik zal deze dag de dode lichamen van het leger van de Filistijnen aan de vogels in de lucht geven en aan de dieren van de aarde, en heel de aarde zal weten dat Israël een God heeft. En deze hele gemeente zal weten dat de HEERE niet door zwaard of door speer verlost, want de strijd is van de HEERE. Hij zal u in onze hand geven
5. Wees proactief in je geloof. wacht niet tot het laatste ogenblik maar tref voorbereidingen en handel dan vanuit de verwachting dat God bij je is en je zal helpen (17:48-49).
En het gebeurde, toen de Filistijn opstond en naar voren kwam, David tegemoet, dat David snel naar de gevechtslinie liep, de Filistijn tegemoet. Vervolgens stak David zijn hand in de tas, nam daar een steen uit, slingerde die weg, en raakte de Filistijn daarmee tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong en hij met zijn gezicht ter aarde viel.

Afsluiten met het bidden van een Psalm. Ga dan HIER heen.

Gail Burton Purath

3 opmerkingen:

  1. Dank je wel voor deze aanmoedeging, we hebben een Sterke Held die verlost aan onze zijde.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wauw, dank je wel voor deze bemoedigende blog. Op moment sta ik vlak voor een reus en wat heb ik weer veel geleerd over hoe ik deze reus mag aanpakken. Zo fijn om steeds opnieuw te beseffen dat Hij bij me is en me zal helpen.

    BeantwoordenVerwijderen

Heel fijn dat je wilt reageren.